Meteen naar de inhoud

Gelukkig spoort mijn psychiater zelf ook niet

Als psychiaters open zijn over hun eigen psychische aandoening kan dat patiënten helpen, blijkt uit onderzoek. ‘Hij was de eerste bij wie ik geen schaamte voelde. Hij is namelijk net zo gek.’

Antoinet Oostindiër is psychiater en directeur van AerreA, een GGZ-instelling speciaal voor zorgprofessionals. ‘In het begin van mijn carrière vertelde ik soms aan het eind van een behandeling iets over mijn eigen ervaring. Dan zei die patiënt: “Wat jammer dat je dat nu pas vertelt. Ik had al het gevoel dat je wel heel veel erover wist.” Nu ben ik veel opener. Maar nog steeds voel ik mij een slechtere dokter omdat ik ook iets mankeer.’

Psychische aandoeningen komen ook voor onder psychiaters. Deze ervaringskennis kan behandelingen verrijken, blijkt uit het promotieonderzoek van sociaal wetenschapper Simona Karbouniaris. Maar in de praktijk is het een zeldzaamheid als een psychiater deze eigen ervaring professioneel gebruikt. In haar onderzoek ging ze op zoek naar de barrières.

Moed
Ze onderzocht hoe sociaal werkers, verpleegkundigen en psychiaters eigen ervaringen met psychische stoornissen in hun werk uitdragen. Karbouniaris vond grote verschillen. ‘Voor verpleegkundigen en sociaal werkers is dat veel gewoner dan voor de psychiaters. Het beeld in de geneeskunde is zwart wit. Patiënten zijn ziek en hebben hulp nodig. Dokters zijn gezond en hebben expertise. Voor een psychiater komt daar het stigma op psychische aandoeningen nog bij. Dat maakt het extra moeilijk om open te zijn. Daar is echt moed voor nodig.’

Een oogarts met een bril, daar vindt niemand wat van. Maar een psychiater met een dwangstoornis komt op tv.

Menno Oosterhoff, psychiater

Menno Oosterhoff is zo’n moedige psychiater. ‘Ik ging richting het eind van mijn carrière toen ik in 2014 mijn blog publiceerde Volgens mij heeft die man het zelf ook. Ik had weinig te verliezen want mijn dwangstoornis beïnvloedde mijn functioneren nauwelijks.’ Hij wil zijn kennis over dwang voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar maken. In het boek Vals alarm schreef hij over zijn eigen ervaringen. ‘Dat ik open was over mijn dwangstoornis kreeg veel aandacht. Een oogarts met een bril, daar vindt niemand wat van. Maar een psychiater met een dwangstoornis komt op tv.’

Als psychiaters hun ervaringskennis wel delen dan levert dat niet altijd positieve reacties van vakgenoten op. Aan het eind van haar opleiding tot psychiater moest Oostindiër een verkrachter in de isoleercel beoordelen. Ze zei tegen haar supervisor dat ze dat niet wilde. ‘Ik vertelde dat ik zelf een verkrachting heb meegemaakt. Die man heeft de beoordeling toen voor mij gedaan maar er nooit meer iets over gezegd. Nu maakt me dat boos maar destijds vooral onzeker.’

Het Trimbos-instituut onderzoekt in het NEMESIS-onderzoek periodiek de psychische gezondheid in Nederland. In de laatste editie uit 2022 blijkt dat 48 procent van de Nederlanders ooit in het leven een psychische stoornis doormaakt. ‘Dat is bijna de helft’, zegt Antoinet Oostindiër. ‘We weten niet hoeveel psychiaters zelf een psychiatrische diagnose hebben. Maar de cijfers over artsen, klinisch psychologen en verpleegkundigen laten zien dat psychische aandoeningen bij zorgverleners nog vaker voorkomen dan in de algemene bevolking.’

‘Je ziet dat mensen die voor de zorg kiezen vaker zelf dingen hebben meegemaakt. Ook bepaalde karaktertrekken zoals perfectionisme of zelfopoffering komen veel voor bij zorgmedewerkers. Daardoor zijn ze minder goed in gezonde grenzen stellen. Dat kan tot psychische problemen leiden.’

Taboe
Wat heeft een patiënt eraan als de psychiater psychische klachten uit eigen ervaring kent? Catharina is zo’n patiënt: een dertiger met een hardnekkige dwangstoornis. ‘Mijn vader las een interview in de Groene Amsterdammer. Hij zei: “Hé Catharina, dit gaat over een psychiater die zelf een dwangstoornis heeft. Is dat niet iets voor jou?” Zo kwam ik bij Menno Oosterhoff terecht. Hij was de eerste bij wie ik geen schaamte voelde. Ik durfde alles te vertellen.’ Catharina grinnikt. ‘Hij is namelijk net zo gek.’ Karbouniaris vindt dit een mooi voorbeeld van wat er gebeurt als een psychiater open is over de eigen kwetsbaarheid. ‘Dat normaliseert, doorbreekt het taboe en maakt de zorg menselijker.’

Ervaringskennis is trouwens niet hetzelfde als zelf patiënt zijn of iets persoonlijks met een patiënt delen, benadrukt Karbouniaris. ‘Het gaat over hoe je de weg uit je eigen ontwrichting hebt gevonden. Over de veerkracht die je hielp om door te gaan. Dat is individuele ervaringskennis. Als je vervolgens samen met anderen daarop reflecteert, zie je vergelijkbare thema’s. Deze vorm van collectieve ervaringskennis is nog nauwelijks aanwezig bij psychiaters. Daar is een training van een jaar of begeleide intervisie voor nodig’.

‘Wat helpt is dat mijn psychiater ondanks zijn dwangstoornis veel heeft bereikt.’

Catharina

Verder is er de wijdverbreide overtuiging onder psychiaters dat het niet hoort om je eigen ervaringen te delen met een patiënt. Dat psychoanalytische idee is achterhaald volgens Karbouniaris. ‘Het staat ook niet in richtlijnen.’ Oosterhoff vult aan: ‘Psychiaters leren tijdens hun opleiding over de juiste balans tussen afstand en nabijheid in het contact met hun patiënten. Maar de nadruk ligt toch meer op die afstand.’

Onduidelijkheid
Catharina ziet wel een risico voor patiënten. ‘Het contact met mijn psychiater was heel gelijkwaardig. Soms leek het op lotgenotencontact. En als ik zag dat hij zichzelf overvroeg, dan probeerde ik hem minder te belasten.’ Psychiater Oostindiër ziet dat gevaar ook. ‘Dat is nooit de bedoeling! Als je je herkent in je patiënt en overbetrokken raakt, kan de afstand te klein worden. Een patiënt moet niet voor jou gaan zorgen.’ Ook in het onderzoek van Karbouniaris waarschuwden sommige patiënten voor een onduidelijke rolverdeling. ‘Het is dus belangrijk om eerst te leren hoe je als psychiater op een professionele manier je ervaringskennis inzet’ zegt ze. ‘En daarna moet je gezamenlijk erop blijven reflecteren.’

Oosterhoff begrijpt goed dat collega’s vaak aarzelen of ze open moeten zijn over hun eigen aandoening. ‘Het hóeft niet. Maar als je het wil, zou ik voorzichtig beginnen. Door je ervaring te delen in je team draag je bij aan een klimaat van meer acceptatie en tolerantie’. En zijn voormalige patiënt Catharina sluit af: ‘Wat helpt is dat mijn psychiater ondanks zijn dwangstoornis veel heeft bereikt. Hij heeft geleerd ermee te leven. Ook mijn dwangprobleem hoeft dus niet volledig weg. Het moet leefbaar zijn. Dat besef geeft me zoveel ruimte!’

De naam Catharina is gefingeerd vanwege privacyredenen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *