Toen ik las over een analfabete moeder die met emoticons via What’s App communiceert met haar kinderen, moest ik aan Mieke denken die ik jaren geleden zag voor een consultatie.
Mieke is begin zestig. Ze komt mijn kamer binnen als een verbitterde en wantrouwende vrouw. Ze heeft kort vet haar en een bril. Achter haar overgewicht sjokt Willem, haar man. Ze is gestuurd door de psycholoog omdat ze stemmen hoort.
Eerst maar eens contact maken. Ze vertelt dat ze zichzelf niet meer terug kent. Ze is extreem prikkelbaar en boos. ‘Ik ben net Pacman, ik bijt in alles wat in de weg staat’. Twee jaar geleden kreeg ze allerlei klachten. Ze is voortdurend moe. Heeft overal pijn. Zichzelf verzorgen is al te veel. Niets kan haar meer boeien. Genieten lukt niet. Ze is onrustig en eten doet ze alleen omdat het moet. De stemmen hoort ze buitenshuis. ‘Je moet hier weg’, zegt iets in haar hoofd. Ze vindt het eng dat ze soms niet goed weet waar ze is. Haar hele leven heeft ze hard gewerkt. Ze stond voor iedereen klaar, thuis en in haar werk. Ze hield van schoonmaken. Maar dat gaat allemaal niet meer. Ze is op.
Ik vraag naar haar levensloop. Mieke heeft 40 jaar gewerkt in de thuiszorg. Nooit ziek geweest. Willem vertelt dat ze zelfs als ze vrij was nog pannetjes soep ging brengen bij patiënten die eenzaam waren. Ze erkent dat ze te hard werkte, maar ze haalde veel energie uit de waardering die ze kreeg.
Het contrast met haar privéleven is groot. Haar moeder benadrukte altijd dat ze dom was. Ze kon niet goed leren. School was een martelgang. Willem en zij hebben een zoon met een criminele carrière en daar hebben ze veel zorgen over. Het huwelijk heeft zijn beste tijd al jaren achter zich. Ontspannen heeft ze nooit gekund. Werk was haar afleiding. Nu dat is weggevallen blijkt dat ze geen andere manieren heeft om met stress en spanning om te gaan.
Ik leg haar uit dat ze een depressie heeft en wat we daaraan kunnen doen. Ik registreer dat ze onrustiger wordt. ‘Wat vertel je me niet Mieke? Waar ben je bang voor?’ Ze slikt en kijkt even naar Willem. Die knikt bijna onmerkbaar. Dan komt de aap uit de mouw. De arbodienst vindt dat ze weer aan de slag moet. Ze is als de dood dat ze op kantoor moet re-integreren. Het probleem is dat ze niet goed kan lezen en schrijven en niets met computers kan. Maar werken bij klanten gaat ook niet: ze is veel te gespannen, prikkelgevoelig en ze heeft te veel pijn. En als ze weer terugkomt, moet ze met een elektronisch dossier leren werken. Haar nieuwe baas weet niet dat ze nauwelijks kan lezen.
Met veel moeite haal ik Mieke over om met een antidepressivum in druppelvorm te beginnen. En ik schrijf een brief aan UWV over de depressie, het functioneel analfabetisme en de omstandigheden in haar werk. In feite kan zij niet beter worden omdat ze terug naar haar werk zou moeten en dan door de mand zou vallen. Uiteindelijk ben ik mee geweest naar het gesprek met de verzekeringsarts omdat ze bang was het niet goed uit te kunnen leggen.
Bij navraag blijken noch de huisarts noch de twee psychologen die ze de afgelopen twee jaar heeft gezien, van haar laaggeletterdheid op de hoogte. In Nederland zijn ongeveer 250.000 analfabeten: mensen ouder dan vijftien die helemaal niet kunnen lezen of schrijven. Daarnaast zijn er anderhalf miljoen laaggeletterden die moeite hebben met lezen en schrijven. Dat is een op de tien mensen. Als artsen zien we dus meerdere keren per week een Mieke op ons spreekuur. Maar ik weet zeker dat we dat zelden doorhebben.
Mijn Mieke kreeg begrip en erkenning van het UWV. In combinatie met de antidepressieve druppels knapte ze binnen een paar maanden op. Toen we de behandeling afsloten, gaf ze me een ongemakkelijke knuffel. Willem knipoogde terwijl hij zei: Pacman is gone.
Ontroerend, vooral de schijnbare vanzelfsprekendheid waarmee je schrijft te zijn meegegaan naar het UWV-gesprek. Hadden alle Miekes maar zo’n betrokken therapeut.
Wederom een cadeautje geschreven met een belangrijke boodschap. Je neemt me helemaal mee in het verhaal van Mieke, en wat goed dat je dat met ons deelt. X
Een mooi verhaal dat mij nog eens laat zien dat ook ik in een “bubbel” leef. Een bubbel die zich te weinig bewust is van al die mensen die laag geletterd zijn, de mensen die niet zo gemakkelijk deelnemen aan de wereld van websites en sociale media en al die mensen die niet zo gemakkelijk meekomen met de “geneugten” van onze moderne tijd.
Mieke hoorde “stemmen”. “Ik wil hier weg …”. Mag ik aannemen dat het meer de “gedachten” van haar zijn en niet “echte stemmen”?
Ik vind het een mooi verhaal Cas. Ga zo door!
Heerlijk zo’n concreet goed eindigend verhaal. Ook dank voor de les die erin zit: dat we alert moeten zijn op analfabetisme en laaggeletterdheid.
Mooi hoor.